Een blog van Joyce Cordus
De laatste weken ben ik een beetje in de war. Al enige tijd ben ik gefascineerd door het thema vergeving en vergevingsgezindheid. Tegelijkertijd probeer ik uit alle macht en op allerlei manieren om te gaan met de haat in de wereld. Zowel op kleine schaal in mijn eigen omgeving, als ook op wereldschaal. Bijvoorbeeld door me uit te spreken tegen de gruwelen die Israël begaat in Gaza (en nu ook in Libanon). Ook probeer ik om zelf niet te haten. Met zoveel haat om je heen, kan je er immers makkelijk mee besmet raken. Zo voelt het althans voor mij. Dus loop ik al een tijdje rond met de vraag of ik in deze tijd van oorlog en oorlogsdreiging iets heb aan mijn kennis van en ervaring met vergeven en vergevingsgezindheid.
Toeval of niet, een paar dagen geleden kreeg ik van een collega meditatiebegeleider een videofragment toegestuurd. Het begon met een quote van Shakespeare uit zijn toneelstuk ‘De koopman van Venetië’, die mijn aandacht trok.
‘The quality of mercy is not strained;
It droppeth as the gentle rain from heaven
Upon the place beneath. It is twice blest;
It blesseth him that gives and him that takes.’
‘Mercy’ kan je vertalen als barmhartigheid, mededogen of compassie. En juist die kwaliteit is zo belangrijk bij vergeving en vergevingsgezindheid. Natuurlijk was ik ongelooflijk nieuwsgierig naar wat de meditatiebegeleider in het videofragment nog meer over vergeving zou vertellen. Ik keek en luisterde de hele video af. Hoe bijzonder was het om te ontdekken hoe, wat zij te vertellen had, mij hielp mijn verwarring te ontrafelen.
Ze verwees naar een van de redes van Krishnamurti, een Indiase filosoof, schrijver en spreker die leefde in de vorige eeuw, waarin hij reageerde op de vraag: ‘Ik zit vol haat. Wilt u me alsjeblieft leren liefhebben?’ In zijn antwoord stelde Krishnamurti dat niemand kan leren hoe je moet liefhebben. Wat je wel kunt doen is ‘haat observeren en het zachtjes opzij zetten’. Op die manier kan je ervoor zorgen dat je haat geen wortel laat schieten in je geest.
Ik vind dat in deze tijd niet alleen een mooi en hoopvol advies maar ook een tegengif voor haat. Het helpt mij ook om het thema vergeving te verbinden met de pogingen om me niet te laten meeslepen in haat als ik kijk naar alle vreselijke dingen die er momenteel in de wereld gebeuren. Ik geef toe dat het best een pittige oefening is om, elke keer dat haat de kop opsteekt, het te zien, op te merken en voorbij te laten. Het is veel makkelijker om je erdoor te laten meesleuren.
Krishnamurti’s uitspraak is voor mij een aanmoediging om mindfulness te beoefenen om de haat überhaupt op te merken. Als je dat lukt, zal je liefde kennen, stelt Krishnamurti. Maar de quote van Shakespeare laat me zien hoe belangrijk mededogen is. En laat dat nu overeenkomen met twee belangrijke elementen op het pad van vergeving. Desmond en Mpho Tutu schrijven in hun boek ‘Het boek van vergeving’ dat het makkelijker is om het pad van vergelding te kiezen, de bitterheid te koesteren en wraak te zoeken, dan het pad van vergeving te gaan. Ze schrijven: ‘Het pad naar vergeving is niet gemakkelijk. Op dit pad moeten we door de modderbanken van haat en woede waden en onze weg door verdriet en verlies vinden om uit te komen bij de acceptatie die kenmerkend is voor vergeving.’
Je begeven op het pad van vergeving is daarmee voor mij niet alleen een manier om te komen tot vergeving of vergevingsgezindheid maar ook een antidote voor haat. Iets waar de wereld, in mijn ogen, momenteel heel veel behoefte aan heeft.
– Joyce Cordus, oktober 2024