Laat maar zitten

Een blog van Joyce Cordus

Onlangs las ik het boek ‘Soedah, laat maar’, een roman van Maddy Stolk. Tara, de hoofdpersoon in het boek, is het huis van haar ouders aan het leegmaken. Nu haar beide ouders zijn overleden zal ze eraan moeten geloven. Sowieso nooit een makkelijke klus, maar in Tara’s geval helemaal niet.

Haar moeder was namelijk een ‘hoarder’, ze verzamelde zo’n beetje alles wat los en vast zit. En Tara moet, met tegenzin, alles door haar handen laten gaan om te bepalen wat weg kan en wat de moeite waard is om te behouden. En dan komen, met elk voorwerp dat ze in haar handen neemt, de herinneringen aan haar moeder, aan haar vader, aan haar zusje, aan haar jeugd naar boven. Maar vooral de vragen. De relatie met haar moeder was, op z’n zachtst gezegd, een problematische. Moeder was namelijk zwaar getraumatiseerd door de gruwelijkheden die ze had meegemaakt in de Jappenkampen in voormalig Nederlands-Indië. In Tara’s gezin werd daar echter niet over gesproken. Die verhalen werden niet verteld. Maar het zijn niet alleen de voorwerpen die Tara herinneren aan haar moeder die haar in verwarring brengen. Het zijn ook de verhalen van haar vader die hij haar heeft nagelaten op ingesproken cassettebandjes. Zowel de voorwerpen als de verhalen op de cassettebandjes roepen duizend-en-één vragen, maar antwoorden krijgt ze niet meer. Althans niet zonder meer.

Tara heeft geen leuke jeugd gehad. Moeder tiranniseerde haar en vader kon haar er nauwelijks tegen beschermen. In elk geval probeerde hij het gedrag van zijn vrouw telkens weer goed te praten met de uitspraak: ‘Soedah, laat maar!’ wat zoiets betekent als ‘Laat maar zitten, daar hebben we ‘t niet over!’ Het, inmiddels, beruchte ‘Indisch zwijgen’. Pas veel later begrijpt Tara dat het gedrag van haar ouders voortkomt uit hun trauma opgelopen tijdens de Japanse bezetting in voormalig Nederland-Indië, het land waar ze zo van hielden en dat ze gedwongen hadden moeten verlaten. Zij waren zelf niet in staat geweest het hun aangedane onrecht werkelijk onder ogen te zien. Het was te pijnlijk, te gruwelijk, te onvoorstelbaar.

Toen ze uiteindelijk ook nog gedwongen werden om te migreren naar een hen onbekend vaderland moesten ze de pijn, het verdriet en de gruwelijkheden wegstoppen en verwerpen om in staat te zijn op een waardige manier een nieuw leven op te bouwen in dat nieuwe land.

Daarmee werd vooral Tara’s moeder de cirkel van vergelding ingezogen, om met Desmond Tutu te spreken. Dat verhinderde haar vervolgens om liefdevol te zijn naar de mensen die ze waarschijnlijk het meest liefhad, namelijk haar kinderen. Met als gevolg dat deze, tegen wil en dank, eveneens gekwetst werden. Tara wist echter uiteindelijk uit die vergeldingscyclus te stappen en een nieuwe weg in slaan op het pad van vergeving. Dat kwam omdat ze de moed had en de tijd nam om haar eigen pijn, verdriet en woede onder ogen te zien, haar verhaal te vertellen en de confrontatie met haar eigen lijden aan te gaan. Het was een proces van jaren.

Door veel ‘innerlijk werk’ te verzetten ontstaat er langzamerhand begrip bij Tara en pas dan, jaren na de dood van haar ouders, komt het vergevingsproces echt op gang. Eigenlijk pas nadat Tara zelf, als het ware, de verhalen van haar ouders heeft gereconstrueerd, heeft (her)verteld en doorleefd waardoor het ook haar verhaal is geworden. Daarbij krijgt ze hulp van haar vriend. Iemand die onvoorwaardelijk naar haar luistert en begrip toont. Het kost Tara jaren om te begrijpen dat haar ouders hadden gehandeld vanuit het hun aangedane leed omdat zij er zelf nooit iets over hadden kunnen of durven vertellen.

Voor mij maakt de roman duidelijk dat vergeving weliswaar moeilijk en een proces van lange adem kan zijn, maar dat het wel degelijk mogelijk is. Sterker nog, vergeving is misschien wel noodzakelijk om de pijn van je (voor)ouders niet, onbewust, door te geven en te vermenigvuldigen.

De eerste stap is dan jezelf ruimte te geven om het verhaal te vertellen. Ook al komt het er in horten en stoten uit. Niet iedereen hoeft het immers te doen in de vorm van zo’n prachtige roman als Maddy Stolk het heeft gedaan. ‘Soedah, laat maar’ zeggen, is echter geen optie.

– Joyce Cordus, januari 2024